Vandaag stond een groot artikel over ons viertjes in de krant.
De kerst en de jaarwisseling was een moment om over reizen in 2015 na te denken. Onze Laro staat in Oeganda en dat zal dus wel het startpunt worden deze zomer.
Net voor we Rwanda binnenreden zijn we vorig jaar de reizende familie uit Argentinië tegen gekomen. Helaas zat een ontmoeting er toen niet in, omdat zij drie dagen druk zouden zijn met film opnames met een Nederlandse filmcrew en wij weg wilden uit het toeristische deel van Tanzania.
Afgelopen week zagen we het resultaat van de filmopnames bij Floortjes, Het einde van de wereld.
Uitzending gemist: http://www.npo.nl/floortje-naar-het-einde-van-de-wereld/01-01-2015/BNN_101372383
Ze hebben een boek uitgebracht, getiteld Spark Your Dream, mooi om te lezen. Lees meer op Facebook: https://www.facebook.com/herman.zapp
Onze reis is voorbij. Ook al hadden we alle vier ook echt nog verder willen en kunnen rijden; we moesten 13 augustus vanaf Entebbe / Oeganda weer naar huis.
Oeganda is niet alleen één van de toeristische “parels van Afrika” maar ook nog eens een intensieve confrontatie met de andere kant van dit deel van de wereld geweest. Fantastische landschappen, erg mooie natuur, vriendelijke mensen, prachtige natuurgebieden met veel wild aan de ene kant maar aan de andere kant: rellen aan de grenzen met Kenia, Soedan en Congo, veel militaire en UN aanwezigheid, afval en stank langs de straat, slechte hygiëne, kinderen met dikke buiken, veel alcohol, vluchtelingenkampen en het verschil tussen de “muzungu’s” (blanken) en de lokalen. Reizen en genieten en tegelijk zien we het simpel overleven. Op het vliegveld in Entebbe zijn er meer rijen voor UN medewerkers dan voor gewone reizigers.
Thuis aangekomen krijgen we veel vragen over veiligheid, de onbekendheid met de culturen, de hygiëne, aanslagen, genoeg voedsel en ziekten en natuurlijk over de safari’s. We zijn net begonnen het boek de Staat van Afrika van Richard Dowden, te lezen. Uit dit boek wil ik nu toch citeren om dat het er erg mooi onze blijvende indruk van Afrika weergeeft:
…. Afrika is een uitgestrekt continent, een continent van mensen, niet een verzameling van exotica of een toeristische bestemming.
…. Zoals de meeste mensen weten, kent Afrika een gekwelde geschiedenis en heeft het continent nog steeds met de last van politieke instabiliteit en religieuze , sociale, raciale en etnische competitie. … Afrika is dichtbij. Slechts weinigen gaan erheen. Afrika heeft een reputatie van armoede, ziekte en oorlog. Maar wanneer buitenstanders toch gaan, worden ze vaak verrast door het welkom dat hun ten deel valt en zijn ze eerder betoverd dan beangstigd. In Afrika worden bezoekers verwelkomd en verzorgd. Wie erheen gaat, zal merken dat de meeste Afrikanen vriendelijk, voorkomend en buitengewoon beleefd zijn. De Afrikaanse gulheid stemt de bezoeker keer op keer tot bescheidenheid. Wat wij sociale vaardigheden noemen bezitten de Afrikanen in overvloed. Maar het zijn geen vaardigheden die formeel worden aangeleerd of onderwezen. Afrika kent de gemaakte glimlacht van “een fijne dag verder”niet. Afrikanen ontmoeten en begroeten anderen open, kijken de andere aan als ze praten , pakken handen vast, omhelzen en geven en ontvangen zonder zich nerveus of opgelaten te voelen. Dat alles is even natuurlijk als de muziek op het hele continent. ….
… In Afrika is de basis van het bestaan: licht, aarde, water, voedsel, geboorte, familie, liefde, ziekte, dood – onmiddellijker en intenser…. Om het met een enorme generalisatie te zeggen: te midden van onze verkwistende welvaart en gehaaste levens zijn we de menselijke waarden kwijtgeraakt die in Afrika nog volop aanwezig zijn. ….
We willen iedereen bedanken die ons bij alle voorbereidingen gesteund hebben, die tijdens onze reis met ons meegeleefd hebben, die thuis alles meer dan in orde gehouden hebben, die vanaf Nederland, Duitsland, Zambia, Malawi …. van onderweg met technische raad en allerlei tips achter ons stonden, de veiligheid- en gezondheidssituaties gecheckt hebben en belangrijk, ons het gevoel gegeven hebben dat familie en echte vriendschappen ook na deze lange reis blijven. Wat hebben we gemist? Niets! Op wat hebben we ons nu weer verheugd? Op alles wat hier voor ons weer is.
13604 km vanaf Lusaka / Zambia via Malawi, Tanzania, Rwanda naar Entebbe / Oeganda:
De hele reis komen we de gekste mensen tegen met de bijzonderste verhalen.
Maar in twee dagen tijd gebeurde het volgende:
We zijn in Jinja ons kamp aan het opbreken als er een stoere man van rond de 50 bij ons komt staan. Tatoeages, kettingen, borsthaar, het hele plaatje. Hij wil ons verhaal horen maar vooral vertellen dat hij tot maart het Franse Vreemdelingen legioen heeft gediend. Tijdens het gesprek doet hij regelmatig zijn handen over de oren van de jongens wanneer hij verteld hoeveel mensen hij heeft opgeruimd in exotische landen. Zonder mannen zoals hij zou de wereld niet kunnen functioneren meent hij. Door hem kunnen wij rustig slapen. Zijn ene oog is in Mali flink beschadigd door de Touareqs en daarom is hij gestopt. Een scherpschutter met één oog gaat eenvoudig weg niet.
Oja: polen rekruteert op het moment Denen voor zijn leger. Rusland wil meer macht en Nederland zal de komende tijd zeker geen veilige plek zijn volgens hem.
Hhmm by the way, I like your setup. Kids must be proud of you.
UN mensen houden gister in Entebbe een afscheidsfeestje op een paar meter van onze auto. Veel tequila en knal harde muziek wisselen zich af met lange speeches. Één van de mannen komt ons vertellen hoe mooi hij onze auto vindt en doet ons uitgebreid verslag van de vredesonderhandelingen die hij leidt in Centraal Africa. Een ander verteld dat hij hoofd IT is bij de UN in Oeganda, maar nu gaat verhuizen naar New York om voor de CIA te gaan werken.
Vanmorgen komt een sterk uitziende 50 jarige blanke met een groot klapmes in zijn handen joggend bij ons voorbij. Hij werkt voor de US army en heeft als opdracht binnen twee maanden de LRA leider Joseph Kony uit te schakelen. Kony heeft zich verstopt in de bossen van Soedan en hij verteld ons uitgebreid hoe hij en zijn commando troepen deze klus gaan klaren.
Als hij met pensioen gaat wil hij net zo reizen als wij dat doen.
Tja en wij, wij zijn slechts een paar reizigers in een oude Laro.
Ps: om te voorkomen dat de UN, CIA, Koney of het Vreemdelingen Legioen achter ons aankomt plaatsen we dit keer maar geen fotos.
Eén van de meest bekende en spectaculairste wild-water rafting bestemmingen is de boven stroom van de Nijl. Voor stroomversnellingen van class 4, 5 en zelfs 6 komen ieder jaar veel mensen naar Jinja om de Nijl naar stroomafwaarts te raften of per kajak te bevaren. Daarnaast is in Jinja officieel de “source of the Nile” , de oorsprong van de Nijl vanuit het Lake Victoria vastgelegd.
Jinja ligt op onze weg naar Kampala en Entebbe en we maken een tussenstop om misschien zelfs met de jongens de stroomversnellingen kunnen raften. Jinja is een echte toeristen / backpacker attractie met overlanders, campings met show, music en een bungeejump toren.
Helemaal niet ons ding maar het raften willen we wel graag doen. Stroomversnellingen van class 4 en 5 zijn en echte uitdaging en we zijn niet zeker of de jongens er in mogen.
We vinden een goede en professionele kleine nieuwe rafting company, White Nile Rafting, die met ons het water op wil – en niet alleen voor een familyfloating. Eigenaresse Prossy blijkt de huidige Afrikaanse kampioen Kayakken te zijn.
Om acht uur worden we met een klein busje afgehaald en naar het bedrijf gebracht, waar we na een heerlijk ontbijt de eerste instructies krijgen.
Omdat bij de Bujagali Falls een dam werd gebouwd moeten we voor de instap nu rond 40 minuten rijden tot we eindelijk op het water mogen.
Voor het gewicht in de boot hebben we nog twee passagier’s meer aan board. We vertrekken, begeleid door een bijboot en drie kleine kajaks, en weten nog niet wat ons staat te wachten. De eerste waterval al is een uitdaging, veel adrenaline en veel lol.
Een class 6 versnelling doen we niet en lopen en stukje langs het oever.
Daarna gebeurd het plotseling: we “flippen” voor het eerst, de boot gaat over de zijkant en we vliegen allemaal in het water.
Het water is diep genoeg om geen rotsen te raken, we drijven allemaal verspreid in het bruisende water.
Nick en Kris worden direct door één van de kleine kajaks ingezameld. Ohh wat gaaf!
Voor lunch krijgen we verse ananas en koekjes op een rustig stukje van de rivier. Het water is verrassend warm, de jongens willen de kajaks proberen en we stoeien lekker met elkaar.
Er zijn nog vier leuke versnellingen te gaan.
Nick en ik gaan nog een keer over board.
An de laatste versnelling gaat het boot nog een keer over de kop. Super gaaf.
We hebben ons “Nile – biertje” wel verdiend.
Moe en uitgeput rijden we weer terug naar Jinga waar ons nog een lekker BBQ te wachten staat.
Naast ons kamp is een schooltje waar we gisteravond jongens zagen voetballen. Het blijken de Sipi boys te zijn.
Ze spelen op het veldje voor de school met twee stenen die een meter uit elkaar liggen als doel. Hierdoor wordt voorkomen dat er te hard wordt geschoten want direct naast het schooltje is de 100 meter diepe klif van de Sipi watervallen. Omdat er geen hekken zijn is alles wat hier over de rand gaat, kind of bal, weg.
We besluiten hier morgen de laatste teamshirts die we bij ons hebben uit te delen.
We komen aan en de jongens zijn, op blote voeten, aan het trainen.
Kris en Nick delen de shirts en broekjes van het failliete VV Glanergbrug uit.
Die gele kleur ziet er super uit. De Sipi-boys zijn helemaal door het dolle.
We hadden dit al eens eerder meegemaakt maar het blijft een kippenvel moment.
Vanmorgen hebben we de eerste drie delen van de watervallen bewandeld en we hadden graag ook het laatste deel gedaan.
Ik wil Kirstin graag verrassen: we gaan de laatste 100 meter direct naast de waterval abseilend met zijn tweeën naar beneden. 100 meter en dan ook nog eens met Afrikaans materiaal, dat klinkt ontzettend stoer, maar ook gevaarlijk.
De jongens laten we achter op een plekje waar ze een mooi zicht op de falls hebben en foto’s kunnen maken. Kris zal de camera met de telelens bedienen. We staan op slechts enkele meters van de waterstroom op de rand van de klif. Geen hek, geen zekerheidslijnen, geen stapel formulieren.
Gordel om, korte instructie en dan op een wiebelende pijp op de rand gaan staan en… GO.
Mijn buik keert zich kort om als ik naar beneden kijk en heel ver onder me het water op de rotsen zie knallen en dan laat kirstin zich als eerste zakken.
Telkens als ik van het uitzicht wil genieten stop ik om even lekker rond te draaien.
Helemaal beneden aangekomen worden we binnen een paar seconden doorweekt door het op spattende water. Onze mond is droog van de adrenaline, maar wat een kik zeg.
We maken de stijle klim terug en komen nat van zweet terug aan bij ons camp. We kunnen genieten van de prachtige foto’s die Kris gemaakt heeft.
Eén van de bekende plekken in Oeganda is zeker de Sipi-falls. Het dorpje Sipi ligt aan de noordkant van Mt. Elgon (4321 m).
Het laatste van de vier van elkaar gescheiden watervallen is populair: het water valt hier 100 meter naar beneden. De Moses Campsite heeft het beste uitzicht op de falls en hier slaan we ons camp voor de volgenden twee dagen op.
Eindelijk hebben we een droge nacht. Wij hebben gisteren nog geregelt dat we met een guide naar de verschillenden falls gaan wandelen.
We wandelen door bananen plantages naar de tweede van de vier watervallen.
Onder de waterval kregen we een lekkere douche. Binnen 30 seconden zijn door de opstuivende mist klieder nat.
De weg is mooi en voert door het dorp en langs kleine hutjes. Een boer laat ons een kleine kameleon zien die de jongens ook graag op de hand willen nemen.
Ik vind het een mooi dier, onze gids is er erg bang voor – maar dat is hij ook voor koeien. Na vier uren wandeltocht komen we weer bij ons camp en koken ons voor de lunch een soepje.
We kiezen ervoor niet de hoofdweg over Masindi naar het Murchison Fall National Park te rijden maar de weg langs de Lake Albert. De weg staat beschreven als een typische Afrikaanse weg – rood stoffig zandpad door dorpjes en bossen – maar het is erger! Omdat het nu iedere nacht regent zitten er diepe modderige gaten in de weg, de banden zitten vol met klei en we glijden alle kanten op. De lier komt goed van pas, om onszelf los te trekken en om Afrikanen uit de zware modder te trekken. Als Kris uit de auto wil stappen om te helpen glijd hij direct uit – het is net als op een ijsbaan. Het worden twee zware rijdagen. Een tussenstop maken we bij de erg mooi gelegen Lake Albert Safari Lodge die in het Kabwoya Wild Reserve ligt. We komen in het donker aan en zien pas s’ochtend’s dat het er zo mooi ligt.
De volgende dag komen we net voor de regen aan bij de west gate van het Murchison Falls National Park aan en beslissen op de camping van de leuke Nile Safari Lodge net buiten het park te blijven kamperen. De campsite ligt 500 meter van de mooie lodge vandaan en de faciliteiten vallen tegen maar het uitzicht op de Nijl is mooi.
Om naar de dierenrijke kant van de park te komen moeten we eerst een kleine ferry nemen. Bij de gate krijgen we 50 US korting omdat de officier Rose denkt dat pamoja onze safari company is – een goed idee van haar.
Het Murchison Fall National Park is het grootste National Park van Oeganda en was tot 1960 ook een van de mooiste van Afrika. Onder het regime van Idi Amin is het, het ergst getroffen park want het wild word zonder controle vermoord voor vlees en geld. Vrijwe al het wild was uitgeroeid, maar is in de jaren weer terug gekomen. Het is nu weer een prachtige plek: over de heuvels zwerven weer de Oeganda kops. Overal zien we de iets rare Jackson’s Hartebeest’s. Omdat het heuvelige landschap deze tijd van het jaar groen is lichten de kleuren van de giraffen en de bokjes erg mooi op.
De Murchison Falls heet het spectaculairste deel van de 6700 km lange Nijl te zijn. De 50 meter brede rivier word hier door een 6 meter brede kloof in de rotsen geperst en valt met een enorme kracht 45 meter naar beneden.
De kracht is onbeschrijfelijk.
We klimmen naar de Top of the Falls, bekijken de grote watermassa’s van de andere kant en maken s’middag’s een cruise om de Murchison Falls ook van de waterkant te kunnen zien.
Hier horen we ook dat dit een plek van de gruwelijke moorden van Idi Amin was, die tegenstanders van zijn regime, als krokodillen voer van de falls heeft laten gooien.
De cruise gaat 16km tegen de stroming in naar de falls en weer terug. Aan het begin zien we nog verschillende dieren langs het water.
Maar de weg is wel lang en de terugweg een beetje saai.
De volgende dag willen we verder naar het oosten van Oeganda rijden en het liefst niet de lange weg langs Masindi om dat het weer geregend heeft en de straten erg slecht zijn. Voor een paar US extra wil Rose ons graag helpen en ons laten passeren zonder nog een dag de parkfee van 120 US te betalen, maar we beslissen niet een onderdeel van corruptie te willen zijn en betalen toch nog een dag extra. Onderweg vinden we een erg mooie wildcamp spot met een prachtige uitzicht over een cave.
Na het ontbijt zien we grote sporen van een leopard of een leeuw naast ons auto – we zien er eentje later maar of deze degene van ons camp was weten we niet. We rijden in richting oostgate om tegen middag buiten het park te zijn, maar niet voor we nog een beetje game driven. Plotseling moeten we abrupt stoppen: naast ons auto ligt een 4-5 meter lange slang: een dikke python! Wat een bijzonder dier! De ramen zijn echt alleen maar voor korte tijd voor een foto open.
Het was het laatste natuurgebied en daarmee ook de laatse “wilde dieren”voor deze reis. We hebben erg van Murchison National Park genoten.
Op mijn verjaardag hebben we slechts een korte route naar de Kasende kratermeren. Eén van de mooiste meren zou het krater meer Nkuruba zijn en hier willen we ook naartoe. We kamperen op een kleine Community campsite direct boven op de rand van de vulkaan.
Deze niet meer actieve vulkanen zijn volgelopen met water en een heerlijke plek om te zwemmen*. Een prachtig plekje om voor een rustdag. De kleine visjes knabbelen aan onze huid. We ravotten in het water. Op weg terug naar ons kamp ontdekken we apen en het worden er snel meer: Colobus apen, Redcape en Velvet monkeys.
Ze hebben niet alleen de bomen, maar ook een grote deel van het kampeer terrein ingenomen.
Eindelijk hebben we eens twee nachten geen regen gehad en we ontspannen heerlijk. We doen een kleine forest walk door het Nkuruba Natur Reserve. Eindelijk een wandeling waarvoor we niet moeten betalen en geen lokale guide nodig hebben.USaid heeft in veel dorpjes projecten opgezet waarmee ze de communities (dorpsgemeenschappen) helpen met bepaalde acties om inkomsten voor de communities te creëren. Er worden community campsites opgericht, die ook door het dorp worden onderhouden en gemanaged, er worden community walks iutgezet en je kunt bijvoorbeeld bij de vrouwen van de community leren hoe je korfjes moet vlechten. Eigenlijk vinden we dit wel goede hulp projecten. De keerzijde ervan is dat we niets meer vrij kunnen doen zonder er voor te moeten betalen en een lokale gids mee moet nemen. Als we naar een mooi uitzichtplekje, Top of the World 2 km van ons camp wandelen, zit er geen 20 meter van het viewpoint (een top op een heuvel in het dorp) een man uit het dorp en vraagt 5.000 UGX (rond 1,70 Euro) per persoon. Pfff, daar hebben we geen lol meer aan, ook als het, zo als alles voor de community is. We vragen aan een boer of we over zijn bananenplantage naar boven mogen lopen en krijgen toch nog onze korte view over de kratermeren.
De lokale markt in Rwaihamba schijnt één van de grootste dorpsmarkten in Uganda te zijn. Kris en Nick kopen er nieuwe sandalen en wij natuurlijk heerlijk vers fruit.
Het vlees slaan we ook dit keer maar weer over. Wel jammer, want het ziet er op zich niet slecht uit.
* In vrijwel alle meren in Africa waarin het water stilstaat, is het water besmet me Bilharzia, een worm infecie die erg gevaarlijk voor de gezondheid is. We hebben dit jaar besloten wel te zwemmen, aar achteraf een pil te nemen die Bilharzia wormpjes dood. De pilletjes zijn bij vrijwel iedere apotheek in Africa te koop.