We zijn net klaar met pakken. De auto is schoon en we rijden over twee uur richting het vliegveld Husea Kutako in Windhoek.
We hebben een erg mooie reis achter de rug. 5 1/2 weken zijn we met onze Land Rover vanaf Lusaka/Zambia vooral in het noorden van Namibië tot Windhoek gereist. Zo als elk jaar geeft ons elk land en zo ook Namibië een helemaal eigen ervaring.
In Namibië leven maar 2.2 mio mensen omdat het een van de droogste en heetste landen zuidelijk van de Sahara is. De levensomstandigheden zijn zwaar – water is de grote uitdaging en dit jaar bijzonder – voor mensen en dieren. Vorige week heeft de president van Namibië het waterprobleem als probleem nr 1 uitgeroepen – nog nooit was het zo erg. In de natuurparks word water via solar en pompen diep uit de grond gehaalt om de weinige waterholes te vullen. De dieren kunnen zo in de parks blijven en moeten niet op zoek naar water of voedsel verder trekken. Hoe de mensen het in deze droge gebieden doen is ons een raadsel. Soms zie je een windmolen die een pomp aandrijft om een opvangbekken te vullen.
Er zijn in tegendeel tot andere Afrikaanse landen nauwlijks mensen te zien. We komen niet in contact met de bevolking en krijgen zo ook weinig over hun leven mee. De steden hebben een Europese standaard met veel blanke inwoners en super moderne shoppingmalls. Maar op weg er naartoe zien we geen mensen op fiets of per voet die kippen, geiten, hout of zakken met mais op hun hoofd dragen om het in de stad te verkopen – geen standjes met tomaten langs de straten – het is te droog om iets aan te bouwen en ook nog te verkopen. Wat moet het leven hard zijn voor de runder farmers die proberen het vee onder deze omstandigheden te voeden. We praten met een boer die de vergunning heeft om zebra’s te schieten en het vlees te verkopen omdat ze het beetje gras dat over is om zijn koeien te voeren opvreten.
We kregen 1,5 kilo mee en hebben er heerlijk van genoten nadat we het op onze braai bij zonsondergang gegrild hebben.
Het afrikaanse leven op straat hebben we wel erg gemist – maar daarvoor ongelofelijk mooie landschappen en natuur geboden gekregen. Het noorden westen is zo wijd en elke 100 km wisselt het landschap van grote vlakten, rotsige bergketens, droge rivierbeddingen naar steenwoestijnen.
Het was werk voor de Laro en een uitdaging om 4×4 te rijden – meer als alles wat we de anderen jaren zijn gereden. Super hoe de auto het nu weer heeft gedaan, wat een sterke auto.
Onze banden die we vorig jaar nieuw hadden meegenomen zijn hard gesleten. Geen wonder bij deze wegen.
De hoofdwegen zijn prima te rijden: asfalt zonder potholes, of witte of rode gravel.
Namibië is zeker ook hierdoor een land waar “afrika-beginners” starten om zelf een auto te huren en een trip met of zonder guide te ondernemen. Alle touristische plekken zijn prima zelf met een gewoen voertuig te bereiken. Overal zijn er conservation areas en we moeten vooral oppassen geen wild op de straat te raken. De waarschuwingen zijn leuk en ook terecht!
De kans om als dier overreden te worden schijnt voor sommige soorten doodsoorzak nr 1 te zijn.
We hebben overal waar het was toegestaan wild gecampeerd. Maar het was ook geen probleem een campsite te vinden. Meestal zijn het blanke Africanen of Europeanen die een Lodge of campsite runnen. We kiezen vaak voor de Community Campites die zijn prima en liggen vaak mooi en het geld komt het dorp tegoed. We missen aan onze Laro een watertank voor een douche. Vooral bij het wild camperen moeten we na een stoffige dag met washand en heel weinig water wassen en dan missen we de “luxe” douche. Voor het drinken hebben we weer al ons water met een filter van Karhadyn gefiltert – en ook dit jaar is niemand ziek geweest.
Het blijkt te werken en spaart veel geld en ruimte voor drinkwater uit.
Het was weer mooi om in de daktenten te slapen – het is alsof we buiten slapen. Soms met onverwacht bezoek.
Soms helemaal rustig, soms met het gebrul van een leeuw of het “hoesten” van een leopaard.
De jongens worden te groot nu – het zitten op de achterbank wordt wel erg krap. We weten nog niet hoe we verder reizen en wat we met de Laro gaan doen. Nu hebben we haar gestalt bij een vader en zoon in Windhoek die Land Rovers lief hebben en repareren.