Misschien denken jullie al warom we nog geen enkele foto van mensen in een van onze berichtje geplaats hebben: de reden is dat we hier nauwelijks dorpjes of mensen tegen komen. De straten hebben westerse standaard en er zijn speciale picnicplekjes elke 25 kilometer. Rechts en links zijn hekken en er zijnnauwelijks kleine zijstraatjes te zien. Je mag 120 km/h rijden. Verschil met Nederland is wel dat er in plaats van katten, aardwolven (heel zeldzaam) worden overreden.
In Tsumeb doen we boodshappen en tanken we. De straten veranderen in een witte brede zandpiste.
Twee uur later berijken we de gate van Etosha – een dag eerder als geplant. We hadden twee nachten op een van de drie grote campsites vanuit NL al geboekt maar, hoewel alles vol zou zijn blijkt aan de gate ook dit keer weer dat dat helemaal geen probleem is en er nog een plekje op Namotoni Campsite in het oosten van het Etosha NP vrij is.
Het is druk: 95 {826f189e666d5f36673a7257a17d487d2b02035bf60506587bf175ebb66be828} witte Toyota Landcruisers met daktenten – de meesten gehuurd in Namibia of Zuidafrika – veel families. We verwachten omstandigheden zo als in het Krüger NP.
Maar het is veel mooier dan we verwacht hadden. Het Etosha Nationalpark is èen van de oudste natuurparken in Afrika en is rond 23.000 km2 groot. Het woord Etosha betekend: ‘grote witte plek’ omdat er een bijna 5.000 m2 grote zoutpan is, die het grootste deel van het jaar droog ligt.
De wegen zijn van dat witte zand en het licht is erg fel.
Overal liggen prachtige grote vlakten met zebras, giraffen, gnoes, olifanten, struisvogels en vele bokjes.
Heel soms komen we een andere auto tegen wat we al lang vooraf aan de enorme witte stofwolk kunnen zien. Anders dan in andere natuurgebieden rijden hier nauwelijks safarieauto’s die elkaar via een mobilofoon oproepen als er éen leeuw word gezien. We kunnen zo rustig blijven kijken of deze twee sluipende leeuwen misschien toch nog op een impala gaan jagen ook al is het midden op de dag.
Maar ze besloten toch in de schaduw te gaan liggen en na 2 uur wachten besluiten we verder te rijden.
Het zijn ongeveer 100 km vanaf het Camp Namatomi naar Camp Halali waar we de tweede nacht gaan blijven. Vooral in dit gebied leven de zwarte neushoorn’s. De soort is bijna uitgeroeit en we vinden het wel bijzonder twee te mogen zien.
Er is een plekje waar we op de zoutpan mogen rijden – een perfekte plek voor de sundowner. Wat een vlakte.
Jammer dat we niet meer veel tijd hebben – voor de zon echt weg is moeten we in het camp zijn.
Na een heerlijk verjaardagsontbijt gemaakt door mijn mannen rijden we nog eens naar de zoutvlakte
en dan verder naar het nieuwe Camp Olifantrus – een weg van meer dan 200 km.
De waterholes zijn kilometers van elkaar en daardoor verzamelen zich hier een groot aantal dieren.
De grote Afrikaansen olifanten worden door het witte zoutige stof hier ‘white elephants’ genoemt en zien er geweldig uit.
Olivantrus is een plek waar ze 1985 een aantal olifanten geplant hebben gedood om een overpopulatie te vermijden. De stalen slachts constructies staan er nog.
S’Avond’s zitten we nog lang aan het verlichte waterhole en kunnen drie neushorens, olifanten, hyenas, jackals enelanden bij het drinken bijkijken.
Vanaf camping Olifantrus naar de exit aan de Galton Gate is het nog 80 km. We stoppen nog kort voor koffie bij de zeerfraaie Dolomiti Lodge. Dit is deenige Lodge in het park en ligt op een heuvel met prachtige zicht op de uitgestrekte vlakten.
2 comments
dank jullie wel voor de prachtig beelden, genieten.
WoW wat een prachtige foto’s en een geweldige ervaring, leuk!! We genieten mee met jullie verhalen 🙂