We dachten dat onze tankstop in Sesfontein de laatste zou zijn de komende 1.000 km(week) maar in het 100 km noordelijke gelegen Opuwo blijkt alles te koop. Tankstations, een grote supermarkt met vlees!, zuivel! en zelfs fruit. We zijn helemaal blij en overnachten op de campsite bij een luxe lodge met prachtige maar erg koude pool.
Vanaf nu begint de zware tocht met als eerste doel de Cunene rivier die de grens met Angola vormt.
Als we daar een paar uur later aankomen blijkt dat de als zware Off-road track langs de rivier richting westen bekend staande route vervangen “glad” gestreken is. De 97km kost nu geen 6,5 uur meer zoals verwacht maar slechts 2,5 uur.
We komen dat ook bijna een dag eerder aan in Epupa falls. Op een prachtige plek aan het water slaan we ons kamp op en bereiden een heerlijk stoofpotje op het vuur in onze gietijzeren Bush Baby. Toeval is de wereld niet uit. Op onze reizen mijden we toeristische plekken en vooral drukke plekken. En juist hier komen we Eelco en Tirza Maan tegen. Zij rijden rond in de oude van Lizzy en Roel geleende Toyota. Eelco blijkt een Land Rover restauratie bedrijf te hebben en checked de status van onze 300TDI. Hij zegt nog nooit zo’n droge motor te hebben gezien en ook de aandrijflijn is no in zeer goede staat. Volgens hebben kunnen we nog zo 200.000 km verder.
De volgende ochtend wandelen we naar de 35 meter diepe waterval. In alle rust breken we op en vertrekken om de slechts 4 uur durende route naar de campsite aan de top van de beruchte Van Zyl’s pas te aanvaarden.
De weg is prachtig en tijdens de lunchpauze komen een paar Himba kinderen kijken wat we dien. We delen onze soep en maken foto’s die we ook direct op ons mobiele printertje printen en uitdelen. Ze zijn helemaal verbaasd van dit wonder.
De route is niet echt makkelijk en we komen dan ook rond zonsondergang en veel later dan gepland aan. Na het eten gaan we op tijd naar bed want we gaan morgen de uitdaging aan: De Van Zyl’s pas.