Rwanda is met 26.ooo km2 (2/3 van Nederland) en meer dan 11 miljoen inwoners Ă©Ă©n van de dichtbevolkte landen van de wereld – per km2 leven er 384 mensen, net zoveel als in Nederland per km2. Omdat Rwanda Ă©Ă©n groot heuvelachtig landschap is word iedere vierkante meter gecultiveerd. De heuvels zijn ingericht met terrassen en hier wordt veel thee en koffie verbouwt, het herinnert aan de highlands van Nepal. Er zijn maar weinig wegen, de meesten zijn gravel en alle huizen staan langgerekt langs de straat naast elkaar. Het ene dorp gaat daardoor over in het volgende. We vinden nauwelijks een plekje om in rust te kunnen lunchen zonder dat er meteen een grote groep mensen om ons komt staan, nieuwsgierig en bedelend.
Het landschap is heerlijk, de huizen zijn heel netjes en hebben vaak kleine voortuintjes. Overal zien we bananen- en ananasplanten en grote vlakten vierkante veldjes waar bonen en rijst wordt verbouwd.Â
We kunnen terwijl we door het prachtige landschap rijden, bijna niet voorstellen wat een verschrikkelijke bloedig verleden het land heeft.
Rwanda kwam vroeger eerst onder Duits bewind te staan en kwam net als Burundi en Congo na de eerste wereldoorlog onder Belgisch bewind. Verschillende stammen, waarvan de grootste de Hutu’s en Tutsi’s bepaalden voorheen hun grenzen zelf en leefden in vrede naast elkaar in hun eigen gebied.Â
De Belgen regelden hun macht via de koning en zijn gevolg, bestaande uitsluitend uit Tutsi’s, die echter slechts de minderheid uitmaakten, maar daardoor wel bevoordeeld waren boven de Hutu’s. Iedereen kreeg een paspoort met daarbij verplicht vermeld hun ras. Deze Tutsi koning wilde onafhankelijkheid van BelgiĂ«, waarop BelgiĂ« direct reageerde en door verdeel en heers tactiek de macht aan de Hutu’s overdroeg. Dit betekende een drama voor de Tutsi’s die vanaf dat moment door hun grootste vijanden werden onderdrukt. Vele vluchtten naar aangrenzende landen.Â
In 1959 kwam het tot de “Hutu’s revolutie” waarbij duizenden Tutsi’s werden vermoord en ze door de staat als tot grootste vijand van het land werden verklaard. In 1962 werd Rwanda onafhankelijk van BelgiĂ«, maar Belgie liet het land achter zonder eerst de Etnische verhouding gelijk te trekken. De Hutu’s hebben nog steeds de leiding en de Tutsi’s worden als een minderwaardige ras bestempeld en stelsel matig “kakkerlakken” genoemd. Ze kregen geen toegang meer tot opleiding, verzorging , banen of openbare instituten. Eind 1993 begon de overheid stelselmatig de Genocide voor te bereiden. Gedetailleerd uitgewerkte plannen voor de uitroeiing van de Tutsi’s worden opgesteld.Â
Op 6 april 1994 escaleerde het : het vliegtuig van de Hutu-president, wordt neergeschoten. Het schijnt dat hij vlak daarvoor had aangedrongen om vrede met de Tutsi’s te sluiten. Daarvan zouden extremistische Hutu’s niet gediend zijn geweest. De Tutsi’s kregen de schuld en de volkenmoord word onder leiding van de toenmalige vice-president achter deuren strategisch gepland. 10 Belgen uit de aanwezige vredes troepen werden door de machthebbende troepen vermoord met het doel de rest van de buitenlandse opzichters uit het land te verdrijven. Dit plan lukte en de VN trok bewust hun mandaat in en vertrok met 30.000 man uit Rwanda waardoor de Hutu’s vrij spel kregen. Het maanden daarvoor uitgestippelde plan, waarbij ook de nationale en internationale media werd (mis)gebruikt met strak geplande propaganda. In Rwanda werd via de media een haat verspreid waarbij de Tutsi’s van al het negatieve in het land de schuld kregen.Â
Daarop barst het geweld los met slechts Ă©Ă©n doel, het uitroeien van alle Tutsi’s. Dit ging met zo’n ongelooflijke snelheid dat binnen honderd dagen een miljoen Rwandezen, voornamelijk Tutsi’s en gematigde Hutu’s op barbaarse wijze werden gedood. Zonder enige kans werden zelfs kinderen gemarteld en stierven ze een langdurende pijnlijke dood. Vele mensen besloten dat het beter was soldaten te betalen om direct dood geschoten te worden als door machetes een beestachtige dood te sterven.
De waanzin wordt uiteindelijk gestopt door de rebellengroep RPF die sector na sector binnendrong om vrede te stichten. Veel van de daders vluchten naar het buitenland maar worden later gepakt en voor het gerecht gebracht. Enkele werden later vrijgelaten onder de voorwaarde dat ze mee helpen aan het vertellen van wat er waar gebeurd is en met wie, en met opzoeken van graven en mensen.
In vele dorpen staat niet alleen een gedenksteen maar is een massagraf met duizenden slachtoffer’s als Genocide Memorial. We bezoeken hier diverse Memorials en de verhalen die beschreven staan zijn zo erg dat we ze hier maar niet beschrijven.Deze graven zijn openbaar en niet afgesloten. Het verleden wordt niet weggedrukt maar staat als een waarschuwing, als naakte waarheid open voor iedereen. Vincent en ik worden uitgenodigd om een van de graven te bekijken en het is onverwacht schokkend voor ons: we lopen een kleine trap naar beneden en staan in een ruimte. Aan de ene kant staat een rek met honderd kisten en aan de andere kant een metalen rek met honderden schedels en menselijke botten. Ik kan mijn tranen niet tegen houden – het raakt ons zo diep.
Hoewel we de jongens met deze donkerste deel van de geschiedenis geconfronteerd hebben beslissen we Nick alleen de ingang van dit graf te laten zien.
Onvoorstelbare foto’s en beschrijvingen van de massamoorden zien er zo uit als beelden van de Holocaust en de documentatie centers in voormalige concentratie camp’s.
Met een groeiende kwaadheid vragen we ons af: waar was in deze tijd de rest van de wereld? Waarom heeft de UN alleen maar gekeken en hebben zij bij deze genocide niet ingegrepen?
Van kleins af aan ben ik in Duitsland ook op school opgeleid: het mag na de Holocaust nooit, maar dan ook nooit weer gebeuren en toch nog geen vijftig jaar later gedurende deze 100 dagen 1 miljoen mensen vermoord.
In het Genocide Memorial Murambi, waar 50.000 Tutsi’s in een school op een strategisch goed gelegen berg werden samengedreven en later vermoord, kregen we van een overlevende een paar antwoorden. De rest van het wereld noemde deze gebeurtenissen etnische oorlog of alleen maar een burgeroorlog, waardoor ze een ingreep niet nodig vonden. Het lukte de Hutu’s de massamoorden te verstoppen door de lijken deels met een bulldozer direct in een massagraf te scheppen. Ook later nog sprak niemand over de gebeurtenissen en probeerden de buitenlandse hulp en vredes troepen het werkelijk gebeurde te versluieren om hun eigen falen niet te hoeven toegeven. Hier in Murambi bouwden de Fransen zelfs bewust een volleybalveld op een massagraf om de indruk te wekken dat er niets zo ergs aan de hand was. Pas na beter te kijken krijgt de rest van de wereld inzicht in het onwerkelijk. De volkerenmoord wordt nu pas in de geschiedenisboeken beschreven als de laatst gebeurde genocide naast de Armenians, Jewesch, en Cambodians.
Clinton, die toen president van de VS was en zegt vandaag nog vassungslos: “It didn’t happend under my administration. It happend under me!”
Ik heb besloten zo een lang en uitvoerig bericht te schrijven en te plaatsen om dat het nu onze eersten dagen in Rwanda bepaald heeft. Overal zien we de “genocide memorials” langs de straat, ieder memoriaal is een massagraaf!
Maar het verdriet erover is alleen een deel van onze emoties hierover. De andere is dat we er heel grote respect voor het land en voor de mensen hier na de genocide. NĂş leven in dit land slachtoffers, wezen, gehandicapte samen met mensen die hun dit hebben aangedaan en ook daadwerkelijk moordenaars waren. De overheid is het tenminste in ons oog gelukt een “nation” te vormen. Het is verboden de namen Hutu’s en Tutsi’s in het openbaar te gebruiken. We mogen nooit vragen van welke stam iemand is – we zullen afwachten of mensen ons iets vertellen. Het maakt niet uit welke geloof, iedere kerk communiceert dezelfde boodschap: vergeven!
Na de secondary school moet iedere puber een paar weken in een camp waar een samengevoel door sport, liedjes en gemeenschappelijke waarden word geschapen. De laatste zondag in de maand is “common labour day” waar iedereen samen aan een gemeenschappelijke project (straat, school, marktplaats ….) werkt.
Onze gids in het Memoriaal in Murambi vertelt dat de gevolgen van deze honderd dagen zo verschrikkelijk zijn dat de mensen van welke stam ze ook zijn en ondanks dit verdriet geen wraak willen nemen. Hetzelfde zou dan nog eens gebeuren en dat wil in Rwanda niemand meer. Hij had zijn ouders en tien van zijn broers en zussen verloren. De etnische verschillen zijn nu afgeschaft, elke Rwandese heeft dezelfde kansen en mogelijkheden in hun land.
In Murambi zijn kamers gevuld met opgegraven lichamen – ook van kinderen en baby’s. Ze liggen er macaber te zien op houten rekken, niet afgedekt en niet afgezet. De deuren zijn open en het is voor de gids belangrijk om ons de kamers te laten zien. Als we hem vragen waarom deze lichamen, net als de schedels in het andere memoriaal worden openbaar gesteld, antwoord hij: “de rest van de wereld heeft de realiteit van de genocide door een zwakke observatie tijdens het moorden niet gezien. Dit is een bewijs van de verschrikkelijke waarheid, nog twijvelers aan de genocide zullen zien wat hier gebeurde.
De Memorials zijn stille getuigen om het verleden niet te vergeten maar wij zien hier 20 jaar na dato een land dat zich geweldig heeft hersteld met mensen die met een zeer sterke wil een gezamenlijke toekomst bouwen.
5 comments
gaaf dat jullie dit meemaken, had niet verwacht dat jullie daar nu vrij konden reizen . onvoorstelbaar dat ze na z,on moordpartij nog weer zo naast elkaar kunnen leven. mensen kunnen toch vredelievend zijn gelukkig
pas goed op jezelf en elkaar en blijf genieten. lieve groet pap mam
We zijn ook erg positief verrast. Tot nu toe nog geen politieagent of militair gezien en het voelt ook echt niet nodig.
Indrukwekkend.
Heel indrukwekkend allemaal!
Wat ‘n verhalen zeg!
Prettige en veilige voortzetting v.jullie bijzondere reis
lieve gr.Marietje en Frans!!
Wauw wat maken jullie een mooie reis! Zeer indrukwekkend allemaal.
Leuk dat jullie ons zo laten meegenieten van jullie fantastische avontuur!
groetjes Marieke